Uitgelichte afbeelding: geplaatst met toestemming van Harry Gras
Een mediawijze benadering van het vak Maatschappelijk Werk en Dienstverlening.
Speciaal geschreven voor de dag van de maatschappelijk werker 2013
Twitter hashtag: #dvdmw
Ik wens jullie een mooie dag….
Sonja Heijkamp – deTweetFabriek – 6 juni 2013
Download het complete artikel in PDF
Opleiding rond de eeuwwisseling
Toen we een jaar of 12 geleden afstudeerde voor de opleiding HBO MWD of SPH, kreeg je een glanzend papieren diploma. Je keek terug op een studie die je gedaan had zonder mobieltje, mail, ping, FaceBook of snelle internetverbinding. Het was toen nog niet beschikbaar. In WP51 typte je meterslange verslagen over stage en je ervaringen. Samenwerken in een groepje voor een methodiekdocument ging gepaard met urenlange treinreizen door de provincie. Er stond info op een floppy of je nam een printje mee. De eerste docent met een digitale agenda was om te lachen. Zeker als alle afspraken verdwenen waren. Zoeken naar informatie deed je in een bibliotheek. En voor het bemachtigen van onderzoeksresultaten belde je naar onderzoeksbureaus, nadat je ze in het telefoonboek had opgezocht. En het lukte gewoon. Vandaag de dag niets meer bij voor te stellen.
Werken rond de eeuwwisseling
Toen ik ging werken in 2000 schreven we de dagrapportage met de hand, tekende we lijsten af aan de binnenzijde van de medicijnkast met pen en maakten we van de notulen papieren kopietjes op de buurgroep of in de supermarkt. Toen in 2003 de computer geïnstalleerd werd, wilde niemand er iets mee. Het was onbekend, ingewikkeld en alleen maar veel werk. Met de opkomst van de sociale media ontstond er rond 2008 bij mij het idee om collega’s te verbinden en online kennis te delen. Ik maakte een besloten groep op Hyves voor werkers en dacht ook voor cliënten daar een leuke groep te maken. Ik had het wilde plan om MSN te gebruiken vanaf kantoor naar de pc bij de cliënten op hun kamers. Ik zag het voor me hoe “zorgmijders” met gesloten deuren en uit het contact, misschien wel in contact konden gaan via de chat. Net in die periode kreeg ik een nieuwe leidinggevende die letterlijk de woorden sprak: “buiten werktijd wil ik niet dat er contact is tussen jullie, ook niet online”. Ik wist dat de levendige groep op Hyves en de ideeën van begeleiden via MSN, niet paste in het beleid van mijn nieuwe leidinggevende. Het is doodgebloed en cliënten zochten hun behoefte aan online contact elders. Verwoede pogingen om mijn leidinggevende te overtuigen van het belang om met cliënten online ook “iets te doen” hebben destijds geleid tot niets. In mijn ogen een gemiste kans uit angst om regie te verliezen en niet te kunnen varen op goed geregisseerde protocollen. We zijn inmiddels een paar jaar verder en doe ik opnieuw een beroep op mijn collega’s om bewust en actief aan de slag te gaan met internet en sociale media. De tijd lijkt er nu namelijk wel rijp voor te zijn.
Werken in 2013
We zitten in zorg- en hulpverleningsland midden in de digitale transitie. Er zijn volop ontwikkelingen gaande die ervoor zorgen dat jij als hulpverlener straks in bepaalde competenties en vaardigheden bekwaam moet zijn om je werk ook digitaal goed te kunnen doen. Giet daar het nieuwe WMO sausje overheen met een toefje “eigen kracht” en je zult zien, dat jouw nieuwe werkplek straks thuis op de bank bij de cliënt is, waarbij niet jij, maar de cliënt de Ipad op schoot heeft. In sneltreinvaart is er dus ontzettend veel veranderd. Van papieren handgeschreven rapportages en het verbod om online met elkaar te communiceren, tot de start van E-Health, E-Learning, Mediaopvoeding, online hulpverlening en mediawijze hulpverleners. Tijd om daar even bij stil te staan.
Competenties Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
Wie de opleiding MWD gedaan heeft of er nog mee bezig is, is met de volgende 18 competenties bekend. Het zijn de kaders om je vak te leren en te toetsen of je de werkvloer op mag gaan. Ik wil je met deze handreiking laten zien wat mediawijsheid betekend voor jouw als maatschappelijk werker. Ik leg bij iedere competentie uit hoe je competenties van je vak mediawijs kunt benaderen en wil je hiermee een handvat bieden om een start te maken met het werken in het digitale tijdperk. Ik ben me bewust dat ik in mijn aanbevelingen niet volledig kan zijn in hoe je dingen precies moet aanpakken. Ik bedoel daarmee dat ik bijvoorbeeld bij competentie 1 geen uitgebreide cursus “contact maken met de cliënt” kan geven. Ik ben me daarnaast bewust, dat je met Ipads geen mensen kunt douchen en dat face-to- face contacten net zo waardevol zijn. Zie het onderstaande als tips om voorbereid te zijn op de toekomst..
Bron: Praktijkgids Hogeschool Utrecht Studie MWD
Competentie 1: De maatschappelijk werker legt contact met de cliënt
Jij weet en begrijpt dat cliënten online zijn en daar dus ook contact maken met anderen. Je weet dat jij en jouw organisatie daar de mogelijkheden kunnen benutten om dit contact te maken. Je kent de taal van het internet en weet waar cliënten online te vinden zijn. Op verschillende sociale media is jouw organisatie zichtbaar. Je hebt voor jouw cliënten een open of besloten groep waar je als werker vanuit een werkaccount contact kunt zoeken en onderhouden. De vorm van het contact en de manier van communiceren heb jij beschreven in het zorgplan. Bij cliënten die zorg mijden denk je creatief en probeer je of je online wel contact kunt leggen, opbouwen en onderhouden.
Competentie 2 : De maatschappelijk werker voert assessment uit: brengt de cliëntsituatie configuratie in beeld
Je gaat naast de gesprekken over allerlei onderwerpen, ook in gesprek over de computer, het internet en de sociale media. Je begrijpt hoe je dit gesprek kunt starten en kent voldoende van de online (game) omgeving dat je er echt over in gesprek kunt gaan. Of je zet bij gebrek daaraan de cliënt in zijn kracht. Je gebruikt als voorkennis de competenties van de mediawijsheid en bent in staat om samen met de cliënt te bepalen op welk niveau hij/zij vaardig is met media. Je stelt vragen en laat de ander vertellen. Je stelt vragen die gericht zijn op het gedrag op het internet en geeft complimenten over de zaken die hij/zij daar goed doet. Je maakt de kansen en de risico’s van internet en sociale media bespreekbaar en zet de hulpvraag om in een leerdoel. Eerder schreven Sanne van der Hagen en ik hierover een artikel met 10 tips om in gesprek te komen.
Competentie 3: De maatschappelijk werker streeft naar een samenwerkingsrelatie met de cliënt, ook vanuit drang of dwang
Je bent je bewust van het feit dat mensen zelden vrijwillig behoefte hebben aan hulp of begeleiding. Je bent dus niet altijd even welkom of belangrijk als je zelf misschien denkt te zijn. Dus ook niet online. Je probeert dus aan te sluiten bij de belevingswereld van je cliënt. Je kunt afstemmen op de ander en hebt een goede balans tussen afstand en nabijheid met de cliënt. Je voegt dus niet zomaar alle cliënten toe op jouw online privé netwerken en kunt uitleggen waarom je dit niet doet. Je respecteert de privacy van je cliënt en leert je cliënt dat hij/zij recht heeft op privacy. Je bent in staat om je cliënt uit te leggen hoe dat online werkt en kunt laten zien hoe dat moet. Je benut de digitale mogelijkheden om de samenwerking aan te gaan met de cliënt en maakt daarover samenwerkingsafspraken. Wanneer zien we elkaar in het echt? Wanneer is er zorg of begeleiding mogelijk op afstand? Wanneer er sprake is van drang of dwang, ken je de wet- en regelgeving. Je bespreekt met de advocaat, rechter of voogd wat er wel of niet digitaal wenselijk is in jullie unieke situatie. Is er contact wel onderling via de sociale media? Bespreek wat er wenselijk is en maak afspraken die haalbaar zijn in de huidige omstandigheden.
Competentie 4: De maatschappelijk werker werkt cliënt- en situatiegericht aan planmatige hulp.
Je bespreekt waar de cliënt nog vragen over heeft en maakt afspraken over wat hij/zij nog wil of kan leren en zet deze hulpvraag om in een SMART doel. Je hebt je verdiept in de kansen en risico’s van de digitalisering. Je kunt digitale middelen (apps, online hulpverlening, E-Health, E-Learning, websites, digitale apparaten) actief inzetten om kansen te vergroten en risico’s bespreekbaar te maken. Je bent in staat om doelen te combineren met digitale mogelijkheden en hierbij rekening te houden met de mediawijsheid van de cliënt. Je geeft zowel online en bij huisbezoeken adviezen en bent zelf vaardig op de sociale netwerken. Je kent de methodische inhoud van de planopbouw van jouw organisatie en kunt per onderdeel een koppeling maken met mediawijsheid. Eerder schreef ik een handreiking voor begeleiders over het integreren van mediawijsheid in zorgplannen.
Competentie 5: De maatschappelijk werker richt zich op de competentieontwikkeling van de cliënt
Je bent in staat om je “werk-rugzak” met interventies uit te breiden met digitale mogelijkheden en middelen. Je ziet mogelijkheden om cliënten zelfstandiger te maken door middel van de bestaande digitale hulpmiddelen. Je zet bijvoorbeeld apps en E-Learning actief in wanneer dit aansluit bij de mogelijkheden van de cliënt. Daarnaast motiveer je de cliënt om digitaal vaardig te worden, omdat jij al weet dat hij/zij hiervan afhankelijk zal worden in de toekomst. Je bent op de hoogte van de websites, apps en lesprogramma’s die speciaal ontwikkeld zijn voor de mensen die jij begeleid. Je schoolt jezelf steeds bij door zelf actief online de digitale ontwikkelingen te volgen. Nieuwe ontwikkelingen zetten je aan het denken en maak je bespreekbaar in je team en organisatie.
Competentie 6: De maatschappelijk werker hanteert samenwerkingsrelatie als leerproces
Je bent al mediawijs en online vaardig. Jij bent het “goede” voorbeeld voor je cliënt. Jouw rol als hulpverlener is op veel plekken die van de opvoeder/begeleider. Jij laat zien hoe het werkt op internet en de sociale media. Je bent geen betweter, dus geeft je de cliënt ook alle ruimte om zijn/haar kennis en vaardigheden aan jou te leren. Je bent je bewust van de mogelijkheden en kansen die de verschillende kennis van jouw en je cliënt biedt. Je maakt hier bewust en actief gebruik van. Je zorgt dat er online oefenmogelijkheden zijn die bereikbaar zijn voor jou en je cliënten. Op een open of besloten digitale omgeving geeft je tips en wissel je kennis en ervaring uit tussen cliënten, teamleden en experts. Je laat daarnaast privé en zakelijk zien dat je bewust bent van je eigen rol in de sociale media. Je kent de grenzen van privacy en het is voor cliënten zichtbaar dat jij via google niet te vinden bent met iets minder handige foto’s van je vakantie. Je laat voorbeelden zien van de leuke kanten van het internet en maakt zelf actief gebruik van internet en de sociale media als positief voorbeeld voor je cliënt.
Competentie 7: De maatschappelijk werker werkt eclectisch integratief: methodisch niet eenkennig.
Je werkt met allerlei verschillende werkmethodieken. Oude en nieuwe. Je staat open voor de nieuwste methodiek; de digitalisering. Je bent je bewust van de noodzaak van jouw rol hierin voor je cliënten. Je neemt je cliënten methodisch mee in deze ontwikkelingen door hen te ondersteunen en begeleiden bij deze ontwikkelingen. Je kent het mediawijsheid niveau van je cliënten. Je bent in staat om op basis daarvan te bepalen welke methodiek, techniek of tool je inzet, om hen te ondersteunen bij het realiseren van doelen. Je denkt buiten de bestaande kaders van het papier en de huisbezoeken. Je doet een beroep op je team om samen na te denken over nieuwe mogelijkheden en methoden in te zetten naast het bestaande aanbod.
Competentie 8: De maatschappelijk werker kan omgaan met conflicten en partijen en daarbij helpen.
Jij bent je bewust van de conflicten die er (vaak onzichtbaar ) online plaatsvinden. Je weet hoe je mag en kan reageren wanneer je hier deelgenoot van wordt gemaakt door je cliënt. Je bent in staat om hierover in gesprek te gaan en weet welke tips en adviezen er door jouw team gedeeld worden. Je maakt online conflicten bespreekbaar in het team en probeert teambreed te bepalen hoe jullie omgaan met online conflicten. Je zorgt dat je team en de cliënten op de hoogte zijn van jullie begeleidingswijze bij online conflicten. Je respecteert de privacy van een cliënt en probeert zoveel mogelijk hem/haar door middel van adviezen en tips het zelf te laten doen. Jij zorgt dat je geen onderdeel wordt van het conflict door je erin te mengen.
Competentie 9: De maatschappelijk werker bevordert interculturele communicatie.
Je kent de culturele achtergrond van de cliënt en hebt je hierin verdiept. Je hebt artikelen en onderzoeken gelezen over de rol van de digitalisering in de cultuur van jouw cliënt. Hij/zij heeft kunnen bespreken met jou waar de overeenkomsten en verschillen liggen. Je kent de digitale wet-en regelgeving in het land van herkomst van je cliënt. Je maakt afspraken over hoe jullie kunnen samenwerken met die overeenkomsten en verschillen in de visie bij internet en sociale media. Je kunt (afhankelijk van de afspraken) het systeem/netwerk van jouw cliënt online betrekken bij de zorg. Je zet bijvoorbeeld actief een vertaal-app in om de communicatie soepel(er) te laten verlopen. Je wijst jouw cliënt op sites die hem of haar kunnen helpen in contact te komen met mensen met dezelfde hulpvraag. Je laat zien dat er online mogelijkheden zijn om in de buurt in contact te komen met buurtgenoten of juist ver weg via Skype met vertrouwde familieleden. Jij bent bekend met bijvoorbeeld Skype en kunt hierdoor jouw cliënt en zijn/haar gezin actief ondersteunen.
Competentie 10: De maatschappelijk werker evalueert en sluit af
Je hebt samen met de cliënt gewerkt aan een (mediawijs) doel. Je evalueert samen of het doel bereikt is en of de cliënt zelfstandig verder kan na jouw vertrek. Je denkt na of er na jouw vertrek behoefte is aan nazorg. Je hebt samen een plan gemaakt waar jouw cliënt verder mee kan. Hierin zijn mediawijze tips, adviezen en afspraken opgenomen met familie, vrienden, buren of jouw nieuwe collega, waardoor jij de zorg kunt overdragen. Je denkt daarbij aan wie jouw cliënt kan helpen als er hulp nodig is bij de pc, Ipad of de SmartPhone. En waar kan een cliënt terecht met vragen en problemen die er in de toekomst ontstaan over internet of sociale media. Je beschikt over een up-to-date overzicht van handige websites en kent zelf betrouwbare mediawijzer hulpbronnen voor je cliënt.
Competentie 11: De maatschappelijk werker signaleert actief probleem veroorzakende of probleemversterkende factoren
Je kijkt kritisch naar jezelf, de cliënt, jouw team of organisatie en signaleert dat er verbeteringen mogelijk zijn met betrekking tot mediawijsheid op micro, meso en/of macro niveau. Je wilt hier iets mee en gaat in gesprek over de mogelijkheden hierbij. Je gaat binnen je organisatie eerst op zoek naar de juiste afdeling en verzamelt gegevens. Je zorgt dat je tijd krijgt voor het maken van een voorstel en gaat actief aan de slag om meer mediawijsheid te genereren binnen jouw doelgroep, collega’s of organisatie. Je komt met concrete voorbeelden van bestaande of nieuw ontwikkelde methoden hoe je dit wilt aanpakken of biedt de organisatie een handreiking of tool zodat een ander het kan uitvoeren.
Competentie 12: De maatschappelijk werker werkt aan preventie.
Je hebt een vraag over de digitalisering van je cliënt helder en gaat op internet informatie opzoeken. Je bent in staat om de informatie te filteren en te vertalen naar het niveau van mediawijsheid van je cliënt. Je motiveert je collega’s en cliënten om mediawijzer te worden en kunt daardoor preventief werken aan kennis over de risico’s en gevaren die er zijn op het internet. Je bent op de hoogte van de bestaande werkboeken, handleidingen en weet waar je moet zijn met vragen over de digitalisering. Je hebt met je team nagedacht over jullie aanpak bij risico’s, gevaren en dilemma’s die spelen rondom de digitalisering. Je vraagt je organisatie naar de bestaande handreikingen, regels en afspraken. Je vertaald deze naar begrijpelijke tekst voor je cliënten. Organiseer een middag of avond voor collega’s en/of cliënten over internet, sociale media en de pc. Je bent in staat om bij een niet bestaand aanbod een passend aanbod te ontwikkelen.
Competentie 13: De maatschappelijk werker telt en vertelt
Je bent in staat om naast de huidige feitelijke dagrapportage de kenmerken van mediawijsheid te zien binnen je werk. Jij weet wat er wel of niet te maken heeft met mediawijsheid. Je observeert en signaleert interventies van cliënten die zij doen met digitale apparaten, het internet en de sociale media. Je bent je bewust dat een verhaal of gesprek over online kansen of gevaren onderdeel is van je werk en weet dit op een verantwoorde manier te verwoorden in de rapportage. Je rapporteert feiten en bent je bewust dat jouw eigen mening, waarde en normen over internet en sociale media niet thuishoort in de rapportage van jouw cliënt. Je bespreekt jouw persoonlijke vragen en dilemma’s bij het internet en sociale media op een andere plek binnen de overdracht-methodiek op jouw werkplek. Je kent de online etiketten, normen en waarden van de verschillende digitale netwerken en kunt zodoende op een professionele wijze hierover in gesprek gaan met jouw cliënt.
Competentie 14: De maatschappelijk werker is als professional loyaal aan zijn organisatorisch kader
Jij kijkt naar de ontwikkelingen in jouw vakgebied en de organisatie waar je bij werkt. Je draagt bij aan de ontwikkeling van mediawijsheid voor jezelf, collega’s en je cliënten, door je erin te verdiepen en open te staan voor het beleid dat gemaakt is door en voor jouw organisatie. Je kent de visie van de organisatie en draagt deze uit in je werk. Je kunt jouw manier van handelen hierop verantwoorden. Je hebt vanuit de organisatie handvatten gekregen over hoe je dient te handelen bij online dilemma’s en uitdagingen. Je gaat bij het ontbreken hiervan zelf pro-actief binnen je organisatie op zoek naar handvatten en motiveert indien nodig de organisatie hiermee aan de slag te gaan.
Competentie 15: De maatschappelijk werker werkt productief in teamverband
Je kent de kwaliteiten en sterke kanten van jezelf en je kent die van je teamleden. Je kwaliteiten zet je bewust en actief in om een positieve bijdrage te leveren aan het team en de doelstellingen van het team. Jij hebt je verdiept in mediawijsheid en maakt het belang hiervan bekend in het team. Je geeft voorbeelden van situaties en helpt het team op weg door mee te denken in oplossingen bij dilemma’s. Je begrijpt dat niet alle teamleden zich thuis voelen bij de digitalisering en geeft hen de ruimte om weerstand te bieden aan de ontwikkelingen. Je geeft tips, biedt hulp bij vragen en weet een goede balans te vinden tussen jouw visie en de weerstand van je collega’s. Je stuurt in het team aan op een werkbaar beleid, zodat iedereen weet wat de wenselijke situatie is op het gebied van mediawijsheid.
Competentie 16: De maatschappelijk werker organiseert en coördineert vormen van samenwerking
Jij bent in staat om een project te sturen voor je team. Je ziet waar er nog kansen liggen om een bijdrage te leveren een meer mediawijsheid in de hulpverlening. Je doet dit met behulp van de digitale media. Je stelt online vragen, zoekt naar de juiste mensen en weet op welk platform je moet zijn om kennis te delen of halen. Je project heeft iets te maken met de digitalisering. Je organiseert een middag of avond speciaal over media, internet en/of games om met je cliënten in gesprek te gaan over de kansen en de risico’s van het internet. Je denkt verder dan alleen je eigen team en je zorgt dat jouw project zodanig is gemaakt dat het gebruikt kan worden voor en door andere collega’s. Je weet hoe je collega’s kunt bereiken. Je betrekt ze bij de ontwikkeling van je project of programma.
Competentie 17: De maatschappelijk werker onderhoudt eigen professionaliteit en competenties, leert van gevallen
Je kent de competenties van de mediawijsheid en kunt aangeven waar je kwaliteiten liggen en waar je nog kunt leren. Je staat open om meer te leren over mediawijsheid en verdiept je in de theorie. Je denkt mee in hoe jij zelf en het team professioneler en methodischer kunnen werken in de toekomst. Door het gebruik van het internet, de sociale media en digitale apparaten zie jij kansen om effectiever te werken. Je laat op basis van onderzoek en voorbeelden van anderen aan collega’s zien dat er positieve ervaringen zijn opgedaan. Je stelt jezelf de vraag of je online doet wat juist is. Geef je online het juiste beeld weer van een professioneel hulpverlener? Je maakt jouw vragen en knelpunten bespreekbaar met je collega’s en je durft je hierbij open te stellen voor feedback. Je zorgt dat je leert van de kennis die je hebt opgedaan over mediawijsheid en bent in staat om dit weer te delen met collega’s.
Competentie 18: De maatschappelijk werker draagt bij aan de ontwikkeling van de professie
Je begrijpt dat mediawijsheid belangrijk is voor nu en de toekomst. Je hebt jezelf verdiept in de theorie door middel van het lezen van vakbladen, websites en je houdt het nieuws en de ontwikkelingen over je werk in de gaten via de sociale media. Je ziet dat dit de meest eenvoudige manier is om specifieke informatie tot je te krijgen zonder dat het veel zoekwerk kost. Je gebruikt je eigen inzichten en ontdekkingen om van te leren en leert van de kennis van cliënten, collega’s en experts. De kennis die je op hebt gedaan vertaal je naar je eigen werkplek. Je bent zichtbaar op de sociale media. Je hebt een duidelijke keus gemaakt in samenwerking met je werkgever over hoe je als organisatie online zichtbaar bent. De doelen daar zijn duidelijk. Je laat je online positief uit over je vak en kunt op de juiste wijze je vak bespreekbaar maken bij dilemma’s. Je weet bij vragen via de sociale media professioneel te handelen.
[Niet citeren of overnemen zonder bron- en auteursvermelding]
Wil je persoonlijk, als team of organisatie meer informatie over mediawijsheid in de hulpverlening? Neem contact op met deTweetFabriek via het contactformulier
Ik verzorg op maat workshops en trainingen Mediawijsheid in de zorg en hulpverlening.
Hulpverleners moeten zich bewust gaan worden van hun bijdrage aan de mediaopvoeding van hun cliënten. De rol van persoonlijk begeleiders is daar uitermate geschikt voor. Zij zijn de mensen die met regelmaat in contact zijn met cliënten, de zorgplannen schrijven en geleerd hebben hoe je methodisch iets kan inzetten om doelen te bereiken.
Door Sonja Heijkamp – deTweetFabriek- 15 maart 2013
Download alles in een overzichtelijk formaat voor op kantoor!
Mediawijsheid benadrukken is op vele manieren mogelijk. Een speciale avond organiseren voor collega’s of cliënten is leuk en kan zeker bijdragen aan een gezonde dosis nieuwe inzichten en kennis. Ook een collega aanstellen als Mediacoach, is een vorm die kan passen bij de integratie van mediawijsheid in jouw zorgorganisatie of team. Maar daarmee ben je er niet. Uit ervaring weet ik dat deze kennis voor een korte periode van invloed is op je dagelijkse werk. Meestal gaat 2 minuten na een training de eerste telefoon alweer en moeten hulpverleners direct aan de slag met de dagelijkse routine. De eerste weken “zingen” de geleerde termen rond op de afdeling en slingeren er handige tools rond vanuit de training. Enthousiaste collega’s benoemen de training zo af en toe nog eens en spreken teamleden aan op de geleerde vaardigheden. Er worden mondelinge afspraken gemaakt over ‘hoe-we-het-nu-toch-echt-anders-gaan-doen’.
En dan komt er die fase waarin de training wegzakt, de oude patronen de kop weer op steken, de tools achter in de kast zijn beland en de afspraken niet meer zo stevig staan als dat het toen leek.
Er is dus meer nodig dan een avond of training om nieuw gedrag vast te houden en er actief mee te werken. Om de kennis die is opgedaan vast te houden en duurzaam te laten zijn is het nodig om dit vast te leggen in de werkdocumenten, handleidingen en zorgplannen. En dat is wat er nodig moet gebeuren als het gaat om mediawijsheid.
Zorgplannen hebben op iedere zorginstelling een andere vorm en inhoud. Andere termen, andere bewoordingen en het hangt van de schrijver af in welke stijl er geschreven wordt. Zorgplannen hebben wel een aantal dingen gemeen; er staan doelen in, die beschreven zijn vanuit de verschillende leefgebieden. Het is belangrijk om te beseffen dat vrijwel op elk leefgebied een link te vinden is met mediawijsheid.
Wanneer we bijvoorbeeld kijken naar de verschillende leefgebieden, die zijn opgesteld in het kader van de kwaliteitsbevordering* van de gehandicaptenzorg, zie je al snel dat mediawijsheid op elk leefgebied van invloed is.
Ik probeer dit inzichtelijk te maken door middel van het formuleren van een aantal vragen die je aan jezelf of aan je cliënt kunt stellen bij het maken van het zorgplan.
Lichamelijk welbevinden
Psychisch welbevinden
Interpersoonlijke relaties
Deelname aan de samenleving
Persoonlijke ontwikkeling
Materieel welzijn
Zelfbepaling
Belangen
Zorgafspraken en ondersteuningsplan
Cliëntveiligheid: fysieke veiligheid, sociale en emotionele veiligheid.
Kwaliteit van medewerkers en organisatie.
Samenhang in zorg en ondersteuning.
[Niet citeren of overnemen zonder bron- en auteursvermelding]
DeTweetFabriek heeft een training gemaakt om teams in de zorg te ondersteunen bij het ontwikkelen van beleid met het thema mediawijsheid. Zelf met dit thema aan de slag? Neem contact op via detweetfabriek@live.nl of op Twitter via @deTweetFabriek
* opgesteld door cliëntenorganisaties (FvO, CG-Raad, LFB), de zorgaanbieders(VGN), beroepsorganisaties (NVO, NIP, NVAVG, V&VN, Phorza), de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
Klik hier voor het oorspronkelijke document met de leefgebieden.
Deze tien tips zijn geformuleerd door Mijn Kind Online. Sanne van der Hagen van Noxqs en Sonja Heijkamp van deTweetFabriek hebben ze herschreven, zodat ze geschikt zijn voor begeleiders werkzaam in de verstandelijk gehandicaptensector.
Start je begeleidingsgesprek met belangstelling voor de game waar je cliënt achter zit. Stel een open vraag over de game of website die open staat, toon interesse.
Grijp kleine voorvallen in het dagelijks leven aan, zoals een programma op tv, iets in de krant of een verhaal over school of dagbesteding om een gesprek te voeren over sociale media en internet.
Neem vragen van cliënten altijd serieus en geef altijd antwoord. Ook als je dat moeilijk vindt; je kunt dat erbij zeggen. Als je het geven van een antwoord moet uitstellen (om bijvoorbeeld te overleggen met collega’s), maak dan je belofte waar en kom er later op terug. Een onbevangen vraag waaruit blijkt dat je het (nog) niet weet kan voor jou cliënt een uitdaging zijn om jou mediawijs te maken.
Kies voor een gesprek situaties waarin je je cliënt niet recht in de ogen hoeft te kijken: tijdens het boodschappen doen, samen de hond uitlatend of staand aan de afwas zijn goede momenten. Gezamenlijk praten over internet op de groep kan ook goed werken. Organiseer eens een media avond of bespreek het internet tijdens het eten.
Voorkom gezichtsverlies van een cliënt. Als hij of zij aangeeft ergens niet op door te willen gaan, laat dat dan zo. Laat weten dat je beschikbaar bent voor hulp op een ander moment.
Luister vooral en breek niet te snel in tijdens een verhaal. Stel vragen die je cliënt stimuleren om nog meer te vertellen. Ga na welke vragen passen bij jou werkmethodiek.
Wees geen betweter, maar stimuleer je cliënt zelf hardop na te denken over zijn eigen situatie of probleem, of dat van een ander. Vraag naar ervaringen en het plan van aanpak.
Benadruk positieve ontwikkelingen en mogelijkheden. Schenk daarnaast ook aandacht aan de risico’s en gevaren van het internet en sociale media.
Blijf proberen om contact te houden, ook al lijken sommige cliënten onbereikbaarder dan ooit. Stel grenzen en blijft duidelijk maken wat jij en je collega’s vinden van dingen. Ook al gaan ze tegen je in, het geeft juist steun, hoe gek dat ook klinkt. Te veel vrijheid maakt nog onzekerder.
Als praten echt niet meer lukt, is schrijven een optie. Ga e-mailen, MSN’en, WhatsAppen, Twitteren of iets dergelijks. Grote kans dat je dan stukje bij beetje weer contact krijgt, ook over ‘grote’ onderwerpen.
Download de bovenstaande informatie in PDF formaat: praten over internet door Noxqs en deTweetFabriek
Meer informatie over sociale media en mediawijsheid in de zorg vindt je op de site van www.Noxqs.nl of www.deTweetFabriek.nl
[Niet citeren of overnemen zonder bron- en auteursvermelding]
Er zijn voor hulpverleners genoeg redenen om niets te ondernemen met het thema Mediawijsheid; geen tijd, te druk, we hebben wel andere problemen, als er tijd over is, staat niet in het jaarplan, geen geld, we moeten al zoveel, weer wat erbij, eerst even pillen delen, conflicten sussen, protocollen lezen, lijsten aftekenen, gesprekken voeren, bellen, afspraken plannen, naar de rechtbank, voogden mailen, helpen afwassen, overdragen. Begrijpelijk en precies de redenen waarom je inderdaad lastig even tijd hebt om iets te lezen over Mediawijsheid. Straks bij de koffie misschien….
……want bij de koffie is er vast even tijd om wat te lezen over mediawijsheid in de zorg. Gewoon 10 stappen om een beetje hulp te krijgen bij het methodisch starten met mediawijsheid in jouw team of afdeling.
Zorg dat je op de hoogte bent van de missie en visie van de organisatie waar je voor werkt, het sociale media beleid, de werkmethodieken van je locatie, het jaarplan en plan een gesprek met je zorgmanager over het thema Mediawijsheid. Stem met elkaar af wat de wensen zijn van het team en de cliënten. Weet welke speelruimte er is om aan de slag te gaan.
Verdiep je in nieuwe digitale ontwikkelingen. Bepaal of en hoe deze van invloed zijn op het leven van je cliënten. Welke veranderingen brengt dit met zich mee in zijn of haar leven? Help waar nodig je cliënten bij het aanmaken van accounts en laat zien hoe het werkt. Organiseer een thema avond over internet en de veranderingen.
Beschouw het aanleren van digitale vaardigheden als opvoedtaak. Wees je bewust van jouw rol daarin als begeleider. Plaats in overleg met de gedragsdeskundige de competentieontwikkeling onder een bepaald leefgebied in het zorgplan van de cliënt. Bespreek of cliënten leerdoelen hebben bij dit thema.
Stel open kritische vragen aan je collega’s, teamleider en cliënten als het gaat om kennis, privacy, en veiligheid van jou, jullie team en de cliënten. Houdt elkaar scherp op online gedrag. Maak afspraken over wat wenselijk is voor het team en de cliënten.
*vergeet je koffie niet!
Wijs cliënten op betrouwbare websites voor informatie, leer je cliënten dat er verschil zit tussen feiten en meningen die je op het internet leest. Maak hen bewust hiervan. Laat verschillende positieve en negatieve voorbeelden zien van websites. Besteed aandacht aan sites met reclame en laat zien waar wel of niet op te klikken.
Ken de apparaten die er aanwezig zijn op je werkvloer, zoek uit hoe ze werken en stimuleer anderen deze ook te gebruiken. Probeer collega’s enthousiast te krijgen over de middelen. Laat zien wat er mee kan en hoe leuk dit kan zijn. Zoek een collega die deze taak op zich neemt.
Maak tijdens je werk actief gebruik van de technische middelen die tot jullie beschikking staan. Communiceer via verschillende kanalen met jullie cliënten en collega’s. Zorg voor vernieuwing in het zorgaanbod, stem het af op de hulpvraag van de cliënten.
Zoek informatie intern of extern online op en deel dit met collega’s. Verwijs collega’s en cliënten naar het internet voor hulp en kennis over een bepaald onderwerp. Zorg dat je weet op welk platform er wat te halen is.
Bepaal samen welke doelen je hebt op sociale media. Open een account op 1 of meerdere sociale media kanalen. Maak je daar bereikbaar voor cliënten als team. Laat mooie ontwikkelingen zien van jouw team of samenwerking met anderen. Beantwoord vragen en ga op gepaste wijze online of offline het gesprek aan bij kritische reacties.
Veranker mediawijsheid in je zorgaanbod. Verwerk in de individuele zorgplannen de communicatiemogelijkheden en beperkingen van cliënten. Maak afspraken met cliënten over hoe zij bereikbaar zijn en via welke kanalen zij contact kunnen onderhouden met jullie als team. Geef in vergaderingen ruimte om online mogelijkheden en knelpunten te bespreken.
Download de bovenstaande informatie in PDF formaat hier methodisch mediawijsheid door deTweetFabriek
Behoefte aan meer hulp of coaching bij het starten met Mediawijsheid in jouw team? Overweeg dan eens bij stap 1 samen met je zorgmanager of het voor jullie zinvol is om een teamtraining te doen bij DeTweetFabriek.
Meer lezen over Mediawijsheid in de zorg en alle info over de teamtraining?
[Niet citeren of overnemen zonder bron- en auteursvermelding]
“In november 2012 schreef ik onderstaand artikel naar aanleiding
van de week van de Mediawijsheid om hulpverleners bewust te
maken van hun nieuwe opvoedtaak”
– Sonja Heijkamp –
Uw zorginstelling heeft op elk bureau een pc, een mobieltje, een laptop om ambulant te kunnen werken en draait al een poosje mee op de sociale media. Uw organisatie is zichtbaar en meetbaar. Het webcare team draait de hand niet meer om voor een leuke tweet of artikel op FaceBook. De afdeling communicatie heeft een strak beleid en een flink aantal werknemers is al online te vinden. Uw organisatie is goed op weg. Misschien is dit nog niet het geval? Geeft niets, onderstaande zal u dan mogelijk wel bekend klinken;
Chantal, 15 jaar en woont op een leef- en behandelgroep; “ik heb gisteren een leuke jongen ontmoet op de chat en hij komt vanavond naar mij toe'”
Maria, 43 en woont zelfstandig met ambulante begeleiding; “van voogd mag het niet, maar ik heb mijn dochter een berichtje gestuurd op FB”
Joke, 38, werkt als persoonlijk begeleider op een woongroep; “mijn privemail checken en sms-en onder werktijd moet gewoon kunnen”
Geschiedenis en heden
Wie de geschiedenis van de zorg kent, weet dat het er vroeger iets anders aan toe ging. In basis is zorgen voor de ander gelijk gebleven, maar in de loop van de jaren is ons beeld, ons denken en handelen als hulpverleners veranderd door nieuwe ontwikkelingen. De huidige ontwikkeling die we doormaken is die van de digitale media en het internet.
Hulpverleners
Al langere tijd verwerken we met de computer rapportages, zorgplannen en mailen we elkaar over congressen en kennismiddagen. Wij kunnen dat dus wel met die PC. Tegelijkertijd is er altijd die ene collega die met de handen in het haar zit als er iets geknipt en geplakt moet worden. En zitten we regelmatig met vragen als; wel of niet clienten toevoegen op Facebook? En hoe leg ik dat uit aan de client? Wat post ik wel of niet over mijn werkzaamheden? Wat moeten we toch aan met de clienten die niet achter de pc zijn weg te krijgen? En kan ik wel of niet iets zeggen tegen mijn collega over het sms-en onder werktijd?
Zorgvragers zijn ook online actief en maken voortdurend gebruik van allerlei apparaten. Soms samen met begeleiding, maar vaak ook individueel achter de laptop, Ipad of Smartphone actief met leuke ontmoetingen, familiebanden via Hyves en de nieuwe liefde via een datingsite. Mooie ontwikkelingen, maar de minder leuke kanten zullen u inmiddels niet zijn ontgaan; loverboys, verbroken familiebanden, FaceBook “fitties” en gameverslavingen liggen dagelijks op de loer.Het kan u als hulpverlener niet ontgaan zijn dat een deel van uw collega’s en zorgvragers actief zijn op allerlei technische apparaten en het internet. Zowel op positieve als negatieve wijze lopen zij tegen allerlei nieuwe ervaringen aan. Nieuwe ervaringen waar u als hulpverlener ook mee wordt geconfronteerd.
En dan? Wat zou uw collega hiermee gedaan hebben? Die loopt toch ook tegen dit gedoe aan? Die weet het toch ook niet? Het is hun eigen verantwoordelijkheid hoor! Die zorgvragers zijn er veel handiger mee dan wij!
Is dat zo? Misschien is het juist nu waardevol om als team daar eens samen bij stil te staan en te bespreken hoe je samen aan de slag gaat met deze ontwikkeltaak binnen uw werk?
Hulpverlenen in de 21e eeuw Deze nieuwe ontwikkelingen vragen van u als hulpverleners dus op de werkvloer een nieuwe werk -en handelswijze. Niet eenvoudig, want bent u in staat om de huidige generatie cliënten mediawijs te maken op uw woongroep of afdeling? Is sociale media en het gebruik van digitale mogelijkheden al verankert in de methodiek en in de zorgplannen? Is uw team bekwaam genoeg om te handelen wanneer er 2 zorgvragers via de sociale media ruzie hebben? En hoe ervaren u en het team het gebruik van de prive smartphone op kantoor? En hoort het ondersteunen van zorgvragers op het internet eigenlijk bij uw zorgplicht? Hulpverleners hebben er overduidelijk een taak bij gekregen.
Oplossingen
Wanneer deze vragen de afgelopen maanden een rol speelden in uw team, is een verdieping, workshop of training Mediawijsheid een geschikt middel op samen tot een beleid te komen dat past bij uw team en doelgroep. Hoe handig zou het zijn wanneer er een duidelijk beleid is als het gaat om het gebruik van al die apparaten en de werkmethodiek binnen het team?
Teamtraining
Net als trainingen fysieke weerbaarheid, seksualiteit, medicatie, afstand en nabijheid vind ik dat Mediawijsheid een vast onderdeel moet zijn van het leeraanbod binnen iedere zorginstelling. Samen met het hele team een beleid maken dat aansluit bij de begeleidingsstijl die gehanteerd wordt op de werkvloer. Om op die manier als team de zorgvrager weer mediawijs te maken! DOEN!
Sonja Heijkamp november 2012 – week van de mediawijsheid-