De afgelopen jaren is het steeds vanzelfsprekender geworden dat ook mensen met een verstandelijke beperking online actief zijn. Zelfstandig, met hulp van een aangepaste tool of iemand die daarin ondersteunt. Het online gedrag en de hulpvragen verschillen per persoon en begeleiden vraagt dus maatwerk. Net als een stappenplan bij het leren koken, de dagelijkse routine, het uitvragen van hulpvragen bij een intake en een locatieplan met de benodigde handvatten vraagt ook mediaondersteuning een methodisch plan van een team. De afgelopen jaren kwamen we nog weg met het blussen van online brandjes, maar met de opkomst van 5G, VR-brillen en een steeds meer digitaliserende wereld, ontkomen we niet meer aan een pedagogisch mediabeleid. Nog niet overtuigd? Hier zijn 8 andere redenen om snel aan de slag te gaan op je locatie.
Dit blogartikel is een bewerking van de workshop ‘Help! Mijn cliënt gaat online’ die Sonja Heijkamp namens Netwerk Mediawijsheid verzorgde op het Lestival Digivaardig in de zorg op 25 november 2019. Liever beluisteren? Sonja heeft haar verhaal ook als podcast ingesproken.
Ook mensen met een verstandelijke beperking willen online mee kunnen doen. Internet en sociale media zijn niet altijd even makkelijk om te bedienen, en online kan het lastig te doorzien zijn wat de ander bedoelt met die ene emoji. Een betrokken begeleider, vriend of verwant kan net dat steuntje geven om te durven vloggen of die ene tweet toch maar niet te sturen. Gelukkig gaat er veel goed online en zijn er flink wat mensen met een beperking zeer actief en vaardig. Om deze mediakanjers eens een flinke positieve boost te geven, zijn er de Special Media Awards van Amerpoort en hebben we nu een minister van Gehandicaptenzaken, Rick Brink, die zich ook inzet voor e-inclusie.
Kinderen geboren na 2010. Ze weten niet beter dan dat internet bestaat en dat hun ouders vaak gebruikmaken van een mobiele telefoon of tablet. Ze leven online en kennen geen wereld zonder internet. Deze generatie komt eraan in de zorg. Als je deze groep wilt kunnen blijven begeleiden, is het goed om hun leefwereld te begrijpen. Zorg dat je weet welke apps ze gebruiken, welke taal ze online spreken en wat ze online zien op hun kanalen. Maar ook waarom er irritatie is als YouTube iets in de voorwaarden wijzigt. Goed om zelf eens na te gaan wat je van bepaalde zaken vindt en hoe je je daarover uit tegen je cliënten. Uit je vooral je ongenoegen, enorme positiviteit of stel je ook weleens vragen om de ander aan het denken te zetten? Zorg dat zij jou bijpraten over internet en sociale media.
Hoe vaak kom je pas in actie als het online leed van je cliënt al geschied is? Is dat erg? Of was het nodig om ervan te leren? Het is prettig om eens met je team samen stil te staan bij wat cliënten online meemaken en welke invloed dit op jullie werkzaamheden heeft. Neem jullie begeleidingsstijl en methodiek over dit onderwerp eens onder de loep. Zou het prettig zijn om op voorhand al een plan te maken hoe je gaat reageren als er iets gebeurt? Zou een mediabeleid en aanpak kunnen voorkomen dat het misgaat? Lees op de site van Slachtofferwijzer waar je terechtkunt met vragen.
Met de komst van de nieuwe privacywet ben je beter beschermd als het gaat om jouw persoonsgegevens. Niet iedereen mag zomaar aan de haal gaan met jouw gegevens. En wat voor jou geldt, geldt ook voor jouw cliënten en hun verwanten. Extra opletten dus waar je iets naartoe mailt en in welk dossier je wat schijft. Ook mag je niet zomaar meer wat informatie doorgeven aan een andere organisatie. De grootste impact is misschien wel dat er volgens de nieuwe privacywet geen gebruik meer gemaakt mag worden van communicatietools als Facebook en WhatsApp bij het communiceren met cliënten en verwanten. Niet omdat het niet leuk of handig is, maar omdat je volgens de privacywet afspraken moet kunnen maken met het bedrijf dat jouw content opslaat. En de content moet in Nederland worden opgeslagen. Zoals je weet valt er met Facebook en WhatsApp (dat ook van Facebook is) geen echte afspraken te maken en staan hun servers niet in Nederland. Gelukkig zijn er goede alternatieven. De privacymedewerker binnen jouw organisatie kan je hier verder mee helpen.
Vanaf 2020 treedt de nieuwe wet zorg en dwang in werking. Het uitschakelen van wifi, het vlogverbod en het innemen van mobieltjes of iPad kan nu echt niet meer zonder dat hier goed over is nagedacht, er overleg is geweest en het vastgelegd is in het zorgplan met ieders goedkeuring. Goed om dus eens met collega’s kritisch te kijken naar de maatregelen rond mobieltjes, spelcomputers en wifi die, met de beste bedoelingen, eerder genomen zijn.
Wet zorg en dwang artikel 15: ´De ontnomen voorwerpen worden voor cliënt bewaard, voor zover dit niet in strijd is met enig wettelijk voorschrift. Aan cliënt of zijn vertegenwoordiger wordt een bewijs van ontvangst verstrekt, waarin de voorwerpen die in bewaring zijn genomen zijn omschreven’.
WET ZORG EN DWANG ARTIKEL 51A
Hoe is goed om altijd af te wegen of je veiligheid of vrijheid vooropstelt bij een client. Zorg dat je op de hoogte bent van de online gevaren. Bespreek samen met de gedragskundige of orthopedagoog welke risico’s een cliënt loopt en of die aanvaardbaar zijn. Wil je meer lezen over veiligheid versus vrijheid, lees dan ook eens deze artikelen:
‘In Dialoog over vrijheid en veiligheid: stabiele teams zijn een voorwaarde’ (VGN.nl)
‘Hoe vrijheidsberperkingen terug te dringen? Grens tussen vrijheid en veiligheid’ (Boardroomzorg.nl)
Lees meer over de nieuwe wet op de website van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
In de nieuwe CAO is het recht op onbereikbaarheid opgenomen. Buiten werktijd heb je het recht om met rust gelaten te worden door je werkgever en collega’s. Geen mail, geen appjes of dm’s op je vrije dag. Hoe handig het thuiswerken en de groepsapp ook zijn, je zal opnieuw met collega’s om de tafel moeten over hoe dit recht straks in de praktijk zal moeten gaan werken.
Ongewenst opgenomen worden op beeld of geluid. Je naam op Twitter, je hoofd in een meme met kwetsende teksten. In het onderwijs speelt dit fenomeen al langer. In de zorg merken begeleiders en jeugdzorgwerkers een toename van online agressie. Doe je wel of geen aangifte als het je overkomt? Het bespreken ervan met collega’s is belangrijk, en samen een plan maken wat je kunt doen als het je overkomt, ook. De handreiking Online Agressie van Jeugdzorg Werkt en de checklist van Hendrien Kaal over wel of geen aangifte doen kunnen hierbij helpen.
De laatste keer dat je een rapportage met de hand schreef, is alweer even geleden. Medicatie aftekenen, solliciteren, afspraken maken, je uren invoeren, roosteren, de vergadering voorbereiden en de financiën inboeken: zelden gaat het meer met papier en pen. Ook het zorgplan en de dagplanner van de cliënt worden steeds digitaler. Dan hebben we het nog niet eens gehad over de domotica en robotica die ook vaker op woongroepen zullen worden ingezet om de zelfstandigheid van iemand te vergroten. Voor sommigen kan het niet snel genoeg gaan, voor anderen is het een reden om de zorg te verlaten. Zelf aan de slag met je digitale vaardigheden kan gemakkelijk via de website Digivaardig in de zorg.
Genoeg redenen om samen met je team te starten met het maken van een mediabeleid. Gericht op jullie eigen praktijk en met de wetenschap van nu.
Dit artikel verscheen eerder op de site van Netwerk Mediawijsheid
“In november 2012 schreef ik onderstaand artikel naar aanleiding
van de week van de Mediawijsheid om hulpverleners bewust te
maken van hun nieuwe opvoedtaak”
– Sonja Heijkamp –
Uw zorginstelling heeft op elk bureau een pc, een mobieltje, een laptop om ambulant te kunnen werken en draait al een poosje mee op de sociale media. Uw organisatie is zichtbaar en meetbaar. Het webcare team draait de hand niet meer om voor een leuke tweet of artikel op FaceBook. De afdeling communicatie heeft een strak beleid en een flink aantal werknemers is al online te vinden. Uw organisatie is goed op weg. Misschien is dit nog niet het geval? Geeft niets, onderstaande zal u dan mogelijk wel bekend klinken;
Chantal, 15 jaar en woont op een leef- en behandelgroep; “ik heb gisteren een leuke jongen ontmoet op de chat en hij komt vanavond naar mij toe'”
Maria, 43 en woont zelfstandig met ambulante begeleiding; “van voogd mag het niet, maar ik heb mijn dochter een berichtje gestuurd op FB”
Joke, 38, werkt als persoonlijk begeleider op een woongroep; “mijn privemail checken en sms-en onder werktijd moet gewoon kunnen”
Geschiedenis en heden
Wie de geschiedenis van de zorg kent, weet dat het er vroeger iets anders aan toe ging. In basis is zorgen voor de ander gelijk gebleven, maar in de loop van de jaren is ons beeld, ons denken en handelen als hulpverleners veranderd door nieuwe ontwikkelingen. De huidige ontwikkeling die we doormaken is die van de digitale media en het internet.
Hulpverleners
Al langere tijd verwerken we met de computer rapportages, zorgplannen en mailen we elkaar over congressen en kennismiddagen. Wij kunnen dat dus wel met die PC. Tegelijkertijd is er altijd die ene collega die met de handen in het haar zit als er iets geknipt en geplakt moet worden. En zitten we regelmatig met vragen als; wel of niet clienten toevoegen op Facebook? En hoe leg ik dat uit aan de client? Wat post ik wel of niet over mijn werkzaamheden? Wat moeten we toch aan met de clienten die niet achter de pc zijn weg te krijgen? En kan ik wel of niet iets zeggen tegen mijn collega over het sms-en onder werktijd?
Zorgvragers zijn ook online actief en maken voortdurend gebruik van allerlei apparaten. Soms samen met begeleiding, maar vaak ook individueel achter de laptop, Ipad of Smartphone actief met leuke ontmoetingen, familiebanden via Hyves en de nieuwe liefde via een datingsite. Mooie ontwikkelingen, maar de minder leuke kanten zullen u inmiddels niet zijn ontgaan; loverboys, verbroken familiebanden, FaceBook “fitties” en gameverslavingen liggen dagelijks op de loer.Het kan u als hulpverlener niet ontgaan zijn dat een deel van uw collega’s en zorgvragers actief zijn op allerlei technische apparaten en het internet. Zowel op positieve als negatieve wijze lopen zij tegen allerlei nieuwe ervaringen aan. Nieuwe ervaringen waar u als hulpverlener ook mee wordt geconfronteerd.
En dan? Wat zou uw collega hiermee gedaan hebben? Die loopt toch ook tegen dit gedoe aan? Die weet het toch ook niet? Het is hun eigen verantwoordelijkheid hoor! Die zorgvragers zijn er veel handiger mee dan wij!
Is dat zo? Misschien is het juist nu waardevol om als team daar eens samen bij stil te staan en te bespreken hoe je samen aan de slag gaat met deze ontwikkeltaak binnen uw werk?
Hulpverlenen in de 21e eeuw Deze nieuwe ontwikkelingen vragen van u als hulpverleners dus op de werkvloer een nieuwe werk -en handelswijze. Niet eenvoudig, want bent u in staat om de huidige generatie cliënten mediawijs te maken op uw woongroep of afdeling? Is sociale media en het gebruik van digitale mogelijkheden al verankert in de methodiek en in de zorgplannen? Is uw team bekwaam genoeg om te handelen wanneer er 2 zorgvragers via de sociale media ruzie hebben? En hoe ervaren u en het team het gebruik van de prive smartphone op kantoor? En hoort het ondersteunen van zorgvragers op het internet eigenlijk bij uw zorgplicht? Hulpverleners hebben er overduidelijk een taak bij gekregen.
Oplossingen
Wanneer deze vragen de afgelopen maanden een rol speelden in uw team, is een verdieping, workshop of training Mediawijsheid een geschikt middel op samen tot een beleid te komen dat past bij uw team en doelgroep. Hoe handig zou het zijn wanneer er een duidelijk beleid is als het gaat om het gebruik van al die apparaten en de werkmethodiek binnen het team?
Teamtraining
Net als trainingen fysieke weerbaarheid, seksualiteit, medicatie, afstand en nabijheid vind ik dat Mediawijsheid een vast onderdeel moet zijn van het leeraanbod binnen iedere zorginstelling. Samen met het hele team een beleid maken dat aansluit bij de begeleidingsstijl die gehanteerd wordt op de werkvloer. Om op die manier als team de zorgvrager weer mediawijs te maken! DOEN!
Sonja Heijkamp november 2012 – week van de mediawijsheid-