X
Menu
X

De afgelopen jaren is het steeds vanzelfsprekender geworden dat ook mensen met een verstandelijke beperking online actief zijn. Zelfstandig, met hulp van een aangepaste tool of iemand die daarin ondersteunt. Het online gedrag en de hulpvragen verschillen per persoon en begeleiden vraagt dus maatwerk. Net als een stappenplan bij het leren koken, de dagelijkse routine, het uitvragen van hulpvragen bij een intake en een locatieplan met de benodigde handvatten vraagt ook mediaondersteuning een methodisch plan van een team. De afgelopen jaren kwamen we nog weg met het blussen van online brandjes, maar met de opkomst van 5G, VR-brillen en een steeds meer digitaliserende wereld, ontkomen we niet meer aan een pedagogisch mediabeleid. Nog niet overtuigd? Hier zijn 8 andere redenen om snel aan de slag te gaan op je locatie.

Dit blogartikel is een bewerking van de workshop ‘Help! Mijn cliënt gaat online’ die Sonja Heijkamp namens Netwerk Mediawijsheid verzorgde op het Lestival Digivaardig in de zorg op 25 november 2019. Liever beluisteren? Sonja heeft haar verhaal ook als podcast ingesproken.

1. E-Inclusie

Ook mensen met een verstandelijke beperking willen online mee kunnen doen. Internet en sociale media zijn niet altijd even makkelijk om te bedienen, en online kan het lastig te doorzien zijn wat de ander bedoelt met die ene emoji. Een betrokken begeleider, vriend of verwant kan net dat steuntje geven om te durven vloggen of die ene tweet toch maar niet te sturen. Gelukkig gaat er veel goed online en zijn er flink wat mensen met een beperking zeer actief en vaardig. Om deze mediakanjers eens een flinke positieve boost te geven, zijn er de Special Media Awards van Amerpoort en hebben we nu een minister van Gehandicaptenzaken, Rick Brink, die zich ook inzet voor e-inclusie.

2. Generatie Alpha komt eraan

Kinderen geboren na 2010. Ze weten niet beter dan dat internet bestaat en dat hun ouders vaak gebruikmaken van een mobiele telefoon of tablet. Ze leven online en kennen geen wereld zonder internet. Deze generatie komt eraan in de zorg. Als je deze groep wilt kunnen blijven begeleiden, is het goed om hun leefwereld te begrijpen. Zorg dat je weet welke apps ze gebruiken, welke taal ze online spreken en wat ze online zien op hun kanalen. Maar ook waarom er irritatie is als YouTube iets in de voorwaarden wijzigt. Goed om zelf eens na te gaan wat je van bepaalde zaken vindt en hoe je je daarover uit tegen je cliënten. Uit je vooral je ongenoegen, enorme positiviteit of stel je ook weleens vragen om de ander aan het denken te zetten? Zorg dat zij jou bijpraten over internet en sociale media.

3. Preventief i.p.v. brandjes blussen

Hoe vaak kom je pas in actie als het online leed van je cliënt al geschied is? Is dat erg? Of was het nodig om ervan te leren? Het is prettig om eens met je team samen stil te staan bij wat cliënten online meemaken en welke invloed dit op jullie werkzaamheden heeft. Neem jullie begeleidingsstijl en methodiek over dit onderwerp eens onder de loep. Zou het prettig zijn om op voorhand al een plan te maken hoe je gaat reageren als er iets gebeurt? Zou een mediabeleid en aanpak kunnen voorkomen dat het misgaat? Lees op de site van Slachtofferwijzer waar je terechtkunt met vragen.

4. Privacywet

Met de komst van de nieuwe privacywet ben je beter beschermd als het gaat om jouw persoonsgegevens. Niet iedereen mag zomaar aan de haal gaan met jouw gegevens. En wat voor jou geldt, geldt ook voor jouw cliënten en hun verwanten. Extra opletten dus waar je iets naartoe mailt en in welk dossier je wat schijft. Ook mag je niet zomaar meer wat informatie doorgeven aan een andere organisatie. De grootste impact is misschien wel dat er volgens de nieuwe privacywet geen gebruik meer gemaakt mag worden van communicatietools als Facebook en WhatsApp bij het communiceren met cliënten en verwanten. Niet omdat het niet leuk of handig is, maar omdat je volgens de privacywet afspraken moet kunnen maken met het bedrijf dat jouw content opslaat. En de content moet in Nederland worden opgeslagen. Zoals je weet valt er met Facebook en WhatsApp (dat ook van Facebook is) geen echte afspraken te maken en staan hun servers niet in Nederland. Gelukkig zijn er goede alternatieven. De privacymedewerker binnen jouw organisatie kan je hier verder mee helpen.

5. Wet zorg en dwang

Vanaf 2020 treedt de nieuwe wet zorg en dwang in werking. Het uitschakelen van wifi, het vlogverbod en het innemen van mobieltjes of iPad kan nu echt niet meer zonder dat hier goed over is nagedacht, er overleg is geweest en het vastgelegd is in het zorgplan met ieders goedkeuring. Goed om dus eens met collega’s kritisch te kijken naar de maatregelen rond mobieltjes, spelcomputers en wifi die, met de beste bedoelingen, eerder genomen zijn.

Wet zorg en dwang artikel 15: ´De ontnomen voorwerpen worden voor cliënt bewaard, voor zover dit niet in strijd is met enig wettelijk voorschrift. Aan cliënt of zijn vertegenwoordiger wordt een bewijs van ontvangst verstrekt, waarin de voorwerpen die in bewaring zijn genomen zijn omschreven’.

WET ZORG EN DWANG ARTIKEL 51A

Hoe is goed om altijd af te wegen of je veiligheid of vrijheid vooropstelt bij een client. Zorg dat je op de hoogte bent van de online gevaren. Bespreek samen met de gedragskundige of orthopedagoog welke risico’s een cliënt loopt en of die aanvaardbaar zijn. Wil je meer lezen over veiligheid versus vrijheid, lees dan ook eens deze artikelen:
‘In Dialoog over vrijheid en veiligheid: stabiele teams zijn een voorwaarde’ (VGN.nl)
‘Hoe vrijheidsberperkingen terug te dringen? Grens tussen vrijheid en veiligheid’ (Boardroomzorg.nl)

Lees meer over de nieuwe wet op de website van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

6. Nieuwe CAO

In de nieuwe CAO is het recht op onbereikbaarheid opgenomen. Buiten werktijd heb je het recht om met rust gelaten te worden door je werkgever en collega’s. Geen mail, geen appjes of dm’s op je vrije dag. Hoe handig het thuiswerken en de groepsapp ook zijn, je zal opnieuw met collega’s om de tafel moeten over hoe dit recht straks in de praktijk zal moeten gaan werken.

LVB,zorg,licht verstandelijke beperking

DE VOLKSKRANT

7. Online agressie neemt toe

Ongewenst opgenomen worden op beeld of geluid. Je naam op Twitter, je hoofd in een meme met kwetsende teksten. In het onderwijs speelt dit fenomeen al langer. In de zorg merken begeleiders en jeugdzorgwerkers een toename van online agressie. Doe je wel of geen aangifte als het je overkomt? Het bespreken ervan met collega’s is belangrijk, en samen een plan maken wat je kunt doen als het je overkomt, ook. De handreiking Online Agressie van Jeugdzorg Werkt en de checklist van Hendrien Kaal over wel of geen aangifte doen kunnen hierbij helpen.

8. Eigen werk digitaler

De laatste keer dat je een rapportage met de hand schreef, is alweer even geleden. Medicatie aftekenen, solliciteren, afspraken maken, je uren invoeren, roosteren, de vergadering voorbereiden en de financiën inboeken: zelden gaat het meer met papier en pen. Ook het zorgplan en de dagplanner van de cliënt worden steeds digitaler. Dan hebben we het nog niet eens gehad over de domotica en robotica die ook vaker op woongroepen zullen worden ingezet om de zelfstandigheid van iemand te vergroten. Voor sommigen kan het niet snel genoeg gaan, voor anderen is het een reden om de zorg te verlaten. Zelf aan de slag met je digitale vaardigheden kan gemakkelijk via de website Digivaardig in de zorg.

Genoeg redenen om samen met je team te starten met het maken van een mediabeleid. Gericht op jullie eigen praktijk en met de wetenschap van nu.

Dit artikel verscheen eerder op de site van Netwerk Mediawijsheid

Per 1 februari 2020 is deTweetFabriek geregistreerd als CRKBO docent. Hierdoor is het mogelijk om in opdracht van CRKBO geregistreerde instellingen BTW vrij trainingen te kunnen geven. Maar ook gastlessen op scholen zijn vanaf nu BTW vrij via deTweetFabriek.

We moeten er iets mee, maar wat?”

Wil jij actief bijdragen aan een #leukonlineleven van jouw cliënten? En eindelijk gericht en methodisch iets doen met mediawijsheid binnen jouw zorginstelling?

DeTweetFabriek krijgt vaak de vraag hoe en waar te starten met mediawijsheid binnen de zorgorganisatie. “we moeten er nu echt iets mee, maar we weten niet wat”. Daarom organiseert DeTweetFabriek een informatie- en inspiratie dag voor belangstellende uit de gehandicaptenzorg over mediawijsheid. We gaan kennis delen, brainstormen en plannen maken.

Voor wie: teamleiders, begeleiders, beleidsmakers, cliëntcoaches, privacymedewerkers, communicatiemedewerkers die ‘iets met mediawijsheid’ willen, maar door de bomen het bos niet meer zien.

Er is voldoende gelegenheid tot het opdoen van ideeën, bespreken van knelpunten, inzien van bestaande materialen, het delen van informatie, kennis en ervaring met elkaar.

Na deze dag ben je op de hoogte van het laatste nieuws rond mediawijsheid voor mensen met een verstandelijke beperking, heb je voldoende informatie, inspiratie, handvatten en een concreet 10 stappenplan om binnen je eigen organisatie een start te gaan maken met mediawijsheid.

Locatie: Switch Mediapark Hilversum

Datum: donderdag 4 juni 2020

Tijd: 10.00-17.00u

Inloop: vanaf 9.30u

Borrel: vanaf 16.30u

Aantal plekken: 15

Aanmelden: voor 15 april 2020 via info@detweetfabriek.nl Je ontvangt na aanmelding een factuur en de vraag welke leervragen je hebt voor deze dag.

Kosten: 175,00 per persoon (Inclusief drankjes, lunch, btw vrij)

Switch is met een rode rand omcirkelt
Bron: Mediawijzer: http://www.mediawijzer.net/lvbpublicatie/
Het ontbreekt aan een duidelijke visie op hoe kinderen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zich verhouden tot media. Dat is de conclusie van de publicatie ´Media en kinderen met een LVB’ dat vandaag tijdens een minisymposium in Zwolle is overhandigd aan Simone van Ruth, lid van de Raad van Bestuur van MEE. Het rapport is tot stand gekomen na onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut in opdracht van Mediawijzer.net en analyseert wat nodig is om kinderen met een licht verstandelijke beperking beter te betrekken bij mediawijsheid. Volgens professor Peter Nikken, één van de auteurs, zijn er weliswaar allerlei initiatieven om kinderen met een LVB goed om te kunnen laten gaan met sociale media. “Maar veel professionals missen handvatten en kennis van mediawijsheid om dit mediagebruik goed te kunnen begeleiden”, aldus Nikken.
Overhandiging lvb publicatieOverhandiging van het rapport door Peter Nikken (hoogleraar mediaopvoeding aan de Erasmus Universiteit en hoofddocent bij hogeschool Windesheim) Mary Berkhout (programmamanager Mediawijzer.net) aan Simone van Ruth, lid van de Raad van Bestuur van MEE.

Op het gebied van mediagebruik vormen kinderen met een licht verstandelijke beperking een kwetsbare groep. In 2011 concludeerde het Europese onderzoek ´EU Kids Online´ al dat jongeren met mentale beperkingen vijftien procent meer kans lopen om online in problematische situaties terecht te komen dan hun leeftijdsgenoten. “Dat onderzoek is nu een paar jaar oud en sindsdien zijn apps als Instagram, WhatsApp en Snapchat onder jongeren nog veel populairder geworden”, licht Peter Nikken toe. Meer kennis over deze groep en hun relatie tot media is dringend nodig, zo stelt Nikken dan ook.

Mediagebruik biedt veel kansen

Kinderen met een LVB ervaren diverse hindernissen bij het gebruik van (nieuwe) media. Dit kan variëren van een lager taalbegrip tot een verminderd besef van normen en waarden. Ook kunnen deze kinderen meer moeite hebben om hun impulsen te beheersen, wat verslavingsgevoeligheid voor het gebruik van internet en sociale media in de hand kan werken. “Maar het gaat ons niet alleen om de risico’s”, benadrukt Nikken. “Media bieden kinderen met een licht verstandelijke beperking óók enorm veel kansen. Bijvoorbeeld als het gaat om het vergroten van hun zelfstandigheid of het eenvoudig opdoen van sociale contacten.”

Opdat kinderen met een LVB optimaal van deze mogelijkheden kunnen profiteren is het zaak om helder te krijgen wat voor ondersteuning of begeleiding hierbij gewenst is, zo concluderen de onderzoekers van het Nederlands Jeugdinstituut. In de vandaag gepresenteerde publicatie is een aantal aanbevelingen opgenomen om dit te bevorderen. Zo stellen de onderzoekers onder meer voor om vanuit werkveld en opleiding nauwere samenwerkingsverbanden aan te gaan en zo mediawijsheid bij kinderen met een LVB verder te ontwikkelen. Daarnaast wordt onder meer geadviseerd om een interactieve helpdesk voor ouders, begeleiders en kinderen op te richten.

Download de publicatie ‘Media en kinderen met een LVB – Een analyse van wat er al is en wat nog nodig is om kinderen met een LVB te includeren bij mediawijsheid‘.

Over het minisymposium

Het minisymposium ‘Mediawijsheid en digitalisering, doelgroep LVB‘ is een initiatief van MEE IJsseloevers en MEE Veluwe in samenwerking met Hogeschool Windesheim. Aan bod kwamen ontwikkelingen, risico’s én kansen rondom mediawijsheid en digitalisering voor de LVB-doelgroep.

Stimuleringsregeling 2016: gericht op kwetsbare kinderen en jongeren

Voor de Mediawijzer.net Stimuleringsregeling 2016 zijn we op zoek naar projecten die er toe bijdragen dat kinderen en jongeren die om welke reden dan ook – fysiek, geestelijk, maatschappelijk – extra kwetsbaar zijn, mediawijzer gemaakt worden en daardoor beter aan onze mediasamenleving kunnen meedoen. Er is een bedrag van maximaal 110.000,- beschikbaar. De inschrijving start op 14 maart en de deadline is 6 juni 2016. De uitslag wordt bekend gemaakt op 29 juni.

» Meer informatie over de Stimuleringsregeling 2016
» Lees ook: ‘Geopend: Stimuleringsregeling 2016 gericht op kwetsbare kinderen en jongeren
» Tip voor professionals: Toolbox Mediaopvoeding: Media? Gewoon opvoeden!

Kinderen met een licht verstandelijke beperking (LVB) verdienen een eigen aanpak voor mediaopvoeding. Het IQ, de ontwikkelingsleeftijd en het verschil in aangeleerde vaardigheden verschillen per kind enorm. Hierdoor is mediaopvoeding niet altijd op eenzelfde wijze aan te bieden. Voor de lange termijn is er investering nodig van alle betrokken partijen. Hierbij hebben opvoeders en kinderen behoefte aan de juiste tools. Dat zegt sociaal pedagogisch hulpverlener Sonja Heijkamp van De Tweetfabriek in een interview. 

Waarom is mediaopvoeding voor deze groep kinderen / jongeren zo belangrijk?

Sonja: “Het is bij deze groep kinderen net zo belangrijk om ze mediawijs te maken als bij kinderen zonder verstandelijke beperking. Het verschil zit hem in de vorm en de duur van de ondersteuning. Iets leren kost meer tijd, omdat het vaker herhaald moet worden. Kinderen met een LVB hebben grote moeite met schoolse vaardigheden, gesproken taal, sociaal inzicht, plannen en organiseren. Ook zien ze bij situaties geen verband tussen oorzaak en gevolg. Deze vaardigheden heb je nodig om online te functioneren.”

“Soms zal mediaopvoeding een levenslange begeleiding zijn”

“Kinderen met een LVB zijn erg beïnvloedbaar voor wat anderen doen of zeggen. Dit maakt dat zij makkelijk slachtoffer of dader worden van een strafbaar feit. Mogelijk doen zij op internet dingen waarvan zij de gevolgen niet overzien. Kennis die vandaag is opgedaan kunnen zij vaak niet toepassen op andere situaties. Hierdoor leren zij niet direct wat wel en niet handig is.

Je moet je dus realiseren dat mediaopvoeding soms een levenslange begeleiding zal zijn. Zij overschatten zichzelf, worden overvraagd door de maatschappij, moeten op hun tenen lopen, worden vaker gepest en voelen zich sneller eenzaam en depressief. Welke invloed het internet precies heeft op deze gevolgen is nog onbekend. Wat je vaak ziet is dat ze niet in de gaten hebben dat zij slachtoffer of dader zijn. Het vermogen om te reflecteren naar hun eigen handelen is er niet of nauwelijks. Hierdoor is het erg lastig om LVB-kinderen bewust te maken van hun eigen rol in het verhaal.”

Kun je voorbeelden geven van positief dan wel negatief internetgedrag dat deze groep vertoond?

Sonja: “Internet is een enorme bron van positieve mogelijkheden voor kinderen met een beperking. Ze kunnen er allerlei spelletjes doen om zich te vermaken, maar ook juist om te leren. Op YouTube kijken hoe je iets moet doen of maken is juist heel prettig, omdat lezen of gesproken taal vaak te complex is. Ook contact zoeken of onderhouden met familie is een groot voordeel van internet. De vele apps die er tegenwoordig zijn kunnen erg goed ondersteunen bij de dagelijkse routine. Deze apps geven de doelgroep meer vrijheid om zelfstandiger in het leven te staan.”

“Apps geven de doelgroep de vrijheid om zelfstandiger in het leven te staan”

“De keerzijde is het gemak waarmee je via internet gevonden wordt door een loverboy, iemand uitscheld of discrimineert, spullen verhandelt, gokt en filmpjes vindt die schadelijk zijn voor de beeldvorming. Voor zowel de positieve als de negatieve kanten is begeleiding wenselijk. Het vraagt veel inzet van beide partijen om vaker dingen te herhalen, voorlichting te geven en deze steeds weer aan te passen aan de huidige ontwikkelingen.”

Moeten we ons richten op de jongeren zelf, of juist op de ouders en/of begeleiders?

Sonja: “We moeten ons richten op alle partijen. Het systeem rond kinderen met een LVB heeft vaak ook te kampen met een beperking. Zij kunnen zelf niet adequaat mediaopvoeding geven. De kinderen bezitten vaak al de nodige kennis over internet en de apparatuur, maar missen dus het inzicht en overzicht.”

“Het systeem rond kinderen met een LVB heeft ook te kampen met een beperking”

“Ouders, docenten, opvoeders en begeleiders zijn belangrijk voor de ondersteuning in het leven van de kinderen. Dit geldt ook voor vaardigheden als bed opmaken, boodschappen doen en koken. In dit lijstje hoort digitale vaardigenheden/mediaopvoeding/ondersteuning thuis.”

Waarom is het lastig om info bij de doelgroep te krijgen?

Sonja: “Als je leest om hoeveel mensen het ongeveer gaat in ons land, snap je niet dat er nog zo weinig rekening gehouden wordt met deze doelgroep. Er is nog steeds weinig kennis en begrip in de maatschappij voor kinderen/mensen met een LVB.

Organisaties houden nog geen rekening met de beperkingen van deze kinderen. Alles wordt aangeboden in geschreven taal, met veel prikkels en overvloed aan snelle nieuwe ontwikkelingen. Materiaal dat beschikbaar is, veroudert heel snel.

Kinderen met een LVB vinden zelf vaak dat ze het allemaal best kunnen. Zij ontkennen hun beperkingen en overschatten zichzelf. Daarbij schamen zij zich voor hun beperking en mijden zorg en begeleiding. Voor scholen is er nog geen lesmateriaal ontwikkeld. Ook voor begeleid wonen projecten is geen materiaal beschikbaar om ouders en opvoeders te ondersteunen bij de mediaopvoeding.”

Wat voor instrument zou je zelf het liefste zien?

“Ik zie vooral ons opvoeders als instrument om mediaopvoeding op de kaart te krijgen en deze kinderen te ondersteunen in een veilig online gedrag. We hebben in de zorg en op school voor kinderen met een LVB al flink wat materialen die betrekking hebben op allerlei andere thema’s, zoals seksualiteit en middelengebruik. Voorbeelden hiervan zijn praatplaten, filmpjes, bordspellen, vragenlijsten, kwartetten en boekjes. Deze moeten wat mij betreft ook snel komen met het thema internet en sociale media.”

“Veel verschillende materialen heeft de voorkeur, aangezien ieder kind anders is”

“Naast mijn verhaal is het soms prettig om via een tool in gesprek te gaan. Veel verschillende materialen heeft wel de voorkeur, aangezien ieder kind anders is. De één zal een bordspel fantastisch vinden en de ander kan beter zelf op de computer aan de slag. Materiaal moet bij voorkeur bestaan uit beeldmateriaal. Voor tieners met een LVB is dit ook eigenlijk nodig, maar zij hebben vaak weerstand tegen afbeeldingen. Hierdoor moet je als opvoeder vaak creatief zijn in het vinden van de juiste toon en snaar om het gesprek te voeren en de juiste vragen te stellen.”

Lees ook:
» 
LVB-jeugd vaker in problemen met sociale media
» Media verrijken het leven van je cliënt
» Dossier Online met een beperking op mediawijsheid.nl

Een deel uit dit interview verscheen eerder in het artikel Gezocht: briljante ideeën om LVB-jeugd te helpen zich mediawijzer te kunnen gedragen

Lees ook: Alle kinderen moeten geholpen worden om digitaal te excelleren. Juíst kinderen in het speciaal onderwijs. Het boek ‘Sociale media in het speciaal onderwijs‘ bevat 15 inspirerende portretten van leraren die op een creatieve manier aandacht besteden aan sociale media en mediawijsheid in de les. Het is gratis te downloaden.

 

Bron: Mediawijzer.net

Sociale media, de webcam, gamen, vrienden op FaceBook en online shoppen. Dit zijn een aantal van de thema’s die verwerkt zijn in het nieuwe bordspel Sociale Slimmeriken van ’s Heeren Loo. Een spel waar we in de zorg en hulpverlening om zaten te springen. Sociaal werkers, groepsleiders, buurtteams en jongerenwerkers hebben dagelijks te maken met uitdagingen die te maken hebben met sociale media en de digitalisering. Afgelopen zondag schoven bij mij op kantoor in Utrecht Corina en Dennis aan voor een potje offline gamen en in gesprek gaan over de computer en sociale media.

Aan de slag!
Beide zijn een paar weken geleden enthousiast ingegaan op mijn uitnodiging dit nieuwe spel te testen. Zowel Corina als Dennis hebben een computer en maken daar intensief gebruik van. Internet is voor beide iets normaals en een leven zonder is ondenkbaar. Corina speelt vooral spelletjes, gebruikt FaceBook en Pinterest , mailt met begeleiding en belangrijke anderen. Dennis is een fanatiek gamer, bouwt zelf websites en staat altijd klaar om anderen te helpen met computer of SmartPhone problemen. Beide beleven meestal plezier aan de computer en de sociale media, maar beide hebben ook al eens de minder leuke kanten van de het internet ervaren. Tijd dus om samen eens te onderzoeken of we naast de lol ook direct nog iets kunnen leren van dit nieuwe spel. Sociale Slimmeriken is een bordspel dat met vier of vijf spelers gespeeld kan worden. Er is veel aandacht besteed aan de vormgeving. Het blik waar het spel inzit is zo gemaakt dat het lijkt op een laptop. Als je hem openmaakt dan….nou ja, we verklappen hier natuurlijk niet zomaar alles…..

IMG_4391Het spel
Een persoon is de spelleider. In dit geval was ik dat, maar deze rol is natuurlijk ook prima te vertolken door een cliënt of bewoner die dat leuk vindt. Je speelt eigenlijk memory. Maar het blijft niet bij het draaien en verzamelen van de kaartjes. Als je een setje kaarten hebt mag je een aantal vragen beantwoorden of een opdracht doen. De vragen helpen je het gesprek te voeren over internet en de opdrachten laten je ervaren hoe ingewikkeld internet soms kan zijn. Dennis liet als echte heer de dame voor, waardoor Corina het spel mocht starten. Als snel scoort zij de eerste setjes en raken we in gesprek over FaceBook, echte vrienden, ruzie en pesten en virussen en boeven. Het omdraaien van de kaartjes ging wat lastig, ze zijn wat dun, waardoor je met korte nagels of motorische beperkingen ze niet kunt draaien. “Dat is wel een verbeterpuntje” vinden we met z’n drieën. Van de antwoorden maak ik aantekeningen die mij helpen deze blog te schrijven, maar helpen mij ook aan informatie die ik kan toevoegen aan het zorgplan. We bespreken wat er wel en niet leuk is aan internet, of je zomaar foto’s van je kind online zet, of gamen verslavend is, hoe je kan controleren of een webwinkel betrouwbaar is, wat je wel en niet op FaceBook kan zetten, hoe je de pc beveiligd tegen virussen en waar je de webcam voor gebruikt. Al spelend kwamen we ook tot de conclusie dat de speeltijd van een half uur die gesteld is niet klopte. Wij spelen nu maar met z’n drieën en voeren de teken- en door fluister opdrachten niet eens echt uit. Ondanks dat zijn we ruim een uur in gesprek geweest. Het spel is hierdoor, met de juiste ondersteuning, toch ook geschikt voor de vulling van bijvoorbeeld een thema-avond op de woongroep. Ik heb als spelleider wel meegedaan, maar was de grote verliezer. Corina won met maar liefst 8 setjes. Dennis werd tweede met 6 setjes. Ik vraag me direct af of een Sociale Slimmeriken certificaat leuk en aanvullend zou zijn voor de deelnemers, maar vergeet dat te vragen aan ze.

Mening image1
Sociale Slimmeriken is een leuk spel om op een speelse manier in gesprek te gaan over internet en sociale media. Het “algemene niveau is prima” aldus Dennis: “niet te kinderachtig, gewoon goed voor iedereen, of je nou wel of geen beperking hebt”. Beide geven aan er wel iets van geleerd te hebben, maar wat dan precies, is toch lastig om te verwoorden. “je weet nu wat je kan doen, maar je leert niet alles van dit spel” zegt Dennis: “het is ook belangrijk om dingen te leren van persoonlijke ervaringen”.

Wat mij betreft verdient Sociale Slimmeriken een plekje op elke woon- en/of leefgroep om cliënten/bewoners en begeleiders te kunnen ondersteunen bij de digitalisering. Met dit spel heb je naast het face to face gesprek over media nu ook een onmisbare tool om op een ongedwongen manier samen het gesprek aan kunnen gaan.

Sonja Heijkamp – deTweetFabriek

Promofilmpje Sociale Slimmeriken

Meer informatie over het spel via socialmedia@sheerenloo.nl