“Mijn cliënten op internet? Ik moet er niet aan denken, we doen er niet aan mee”.
Ik hoor dit soort opmerkingen regelmatig. Niet zo vreemd ook, zo’n opmerking van een manager of begeleider. Je zal maar ineens geconfronteerd worden met allerlei nieuwe uitdagingen op de werkvloer. De paniek slaat toe en alle onzekerheden vliegen over de tafel. Familieleden maken zich zorgen en benadrukken dat ze het liever ook niet willen.
Maar wat dan? Ga je als manager of team echt besluiten dat er geen internet beschikbaar komt voor de cliënt? Waarom dan niet? Geef eens een goede reden? Is het alleen angst? De grote angst hoe de cliënten te beschermen tegen alle gevaren van het internet? Of zijn er nog meer redenen te bedenken? Die angsten zijn zeker terecht, er zijn ook veel gevaren op het internet. Maar die zijn er in het ‘offline leven’ toch ook? Daarom halen we zwemdiploma’s, doen we de deur op slot en gaan we mee naar de winkel. Dat is ons werk toch? Begeleiden….
Maar voel je niet alleen, dit soort vragen krijg ik regelmatig in mijn mailbox rechtstreeks vanaf de werkvloer. Ik vraag dan vaak aan begeleiders hoe ze dat nu doen met thema’s als seksualiteit en middelengebruik. Er zijn opvallend veel vergelijkingen te maken in de manier van begeleiden. Ga het maar eens na voor jezelf..
Goed, die angst is dus deels terecht. Maar jullie angsten mogen niet zomaar de digitale beperking worden voor de cliënten.
Ga je echt besluiten om er vanaf te zien? Weet je het zeker?
Naast de angst voor de gevaren en het ethische dilemma, of wij als begeleiders wel mogen beslissen of internet er wel of niet komt, zijn er namelijk nog twee belangrijke zaken waar je als manager of begeleider eigenlijk niet aan voorbij kunt gaan….
AWBZ
Ten eerste speelt er het recht van de cliënt in de AWBZ. In de folder (om precies te zijn op pagina 8) staat beschreven dat bewoners recht hebben op een internetaansluiting.
Alleen dat is al een reden om niet zomaar te kunnen besluiten dat er geen internet beschikbaar komt voor cliënten. Het moet dus beschikbaar zijn.
Hoe je daar invulling aan gaat geven hangt af van een aantal factoren. Neem in je overwegingen eens mee; de leeftijd, mogelijkheden, beperkingen, hulpvraag, doelen, visie van de ouders en de organisatie, risico-inventarisatie met betrekking tot het internet van de cliënt. Wanneer je samen deze punten meeneemt in je overwegingen en dit vastlegt in het zorgplan moeten er zaken mogelijk zijn.
CIZ
Ten tweede deed ik niet zo lang geleden zelf een ontdekking waar ik – in het kader van mijn visie met betrekking tot mediawijsheid – erg positief over was. Het (her)indicatieformulier van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) vraagt met ingang van november 2013 op pagina 11 aandacht voor de zelfstandigheid en begeleidingsbehoefte van cliënten bij het gebruik van de mobiele telefoon en de computer. Begeleiders wordt daar dus letterlijk gevraagd om te beoordelen hoe zelfstandig een cliënt is in het gebruik van het mobieltje en de computer. Zinvol om dus minimaal als team je eens af te vragen hoe het er bij jullie cliënten eigenlijk voor staat. Maar hoe doe je dat?
Laten we even stil staan bij de huidige vorm van zorg aanvragen. Het kan zijn dat jouw bewoner een indicatie heeft voor een hele lange tijd. Je gaat er misschien vanuit dat de volgende indicatieaanvraag niet meer voor jou is. Of je hebt gehoord dat het CIZ zal ophouden te bestaan.
Omdat er nu nog veel onduidelijk is, vanwege de transitie, zou je kunnen bedenken dat het hele circus wel aan jou voorbij zal gaan. Het is inderdaad niet ondenkbaar is dat de huidige manier van zorg indiceren zal stoppen. Wie dit in de toekomst gaat doen? Ik weet het niet! Misschien jij wel met het buurtteam of in samenwerking met de huisarts of wijkverpleegkundige?
Zie deze blog dan meer als uitdaging om de info die er nu is te gebruiken voor de toekomst. Want op welke manier jouw gemeente de zorg straks ook gaat organiseren, er zal door jou gekeken moeten worden naar welke zorg er nodig is. Heb dan ook oog voor de digitale vaardigheden van mensen en vraag of er op dat vlak hulp nodig is.
ZORGPLAN
Weet je inmiddels al waar bij jouw cliënt een vinkje komt te staan? Hoe ga jij die begeleiding die je gaat bieden beschrijven in het zorgplan? En waar ga je het beschrijven? Bij welk domein? Tenslotte ga je iets aanvinken en zal dit overeen moeten komen met wat je in het zorgplan beschrijft.
Goed om ze eens door te nemen! *
Client kan zelfstandig hulpmiddelen voor communicatie gebruiken en heeft daarbij geen hulp van anderen nodig;
Zet je hier een vinkje? Dan heb je in mijn beleving te maken met een cliënt die geheel mediawijs is. Hij/zij heeft een goed werkende pc en mobiel, kent alle knopjes, heeft zelf een netwerk waar hulp gevraagd kan worden, kent alle wegen op het internet, weet hoe de sociale media werkt, kan geheel zelfstandig alles digitaal (bijv. DigID) regelen, kan een e-mail versturen, zorgt altijd voor voldoende beltegoed, belt binnen de bundel, kent de risico’s en kansen van het internet en heeft een goede balans tussen het leven online en offline. Jij hoeft als begeleider nooit tips te geven, te verwijzen, iets uit te leggen of voorlichting te geven.
In het competentiemodel van Mediawijzer zit deze cliënt met de meeste competenties in niveau 3 en 4.
Client kan zelf hulpmiddelen voor communicatie gebruiken, maar heeft daarbij begeleiding nodig;
Goed, je besluit dus op basis van je observaties en rapportages hier een vinkje te plaatsen. Er is dus soms begeleiding nodig als het gaat om de computer of de mobiel. Begeleiding bieden kan bestaan uit verschillende zaken. Je hebt hier te maken met een cliënt die in grote lijnen het apparaat zelf kan bedienen, zelf weet hoe je een mobiel nummer intypt, mailt met zijn/haar netwerk, een profiel op FaceBook kan aanmaken, hoe de instellingen daar werken en hoe je zelf een instantie belt. Jouw begeleiding bestaat uit het voor bespreken, tips geven, na bespreken en soms bespreek je eens tijdens de begeleidingstijd wat het laatste digitale nieuws is en vraag je je cliënt of hij/zij daar al van op de hoogte was. Misschien is het goed om eens na te denken of jouw cliënt leerdoelen heeft op dit gebied? In het competentiemodel van Mediawijzer zit deze cliënt met de meeste competenties in niveau 2 & 3.
Client kan slechts met veel moeite zelf hulpmiddelen voor communicatie gebruiken, iemand anders moet hierbij helpen;
Zet je hier een vinkje, dan ga je dus meer begeleiding geven, of iemand zoeken die jouw cliënt daarbij kan helpen. Wat ga je dan doen? Waar bestaat die begeleiding uit? Je hebt te maken met een cliënt die jouw hulp nodig heeft. Waarschijnlijk bij het intoetsen van een nummer, bij het bewaken van het beltegoed, het aanmaken van een profiel op de sociale media, het online regelen van zaken als verzekering, maken van een afspraak bij de gemeente, bellen naar een instantie, jouw uitleg nodig heeft hoe je veilig op het internet surft, door jouw wordt aangesproken op zaken die bijvoorbeeld online strafbaar zijn of de nettiquette die niet nageleefd worden. Zou het misschien goed zijn om een leerdoel te formuleren of basis van je bevindingen? In het competentiemodel van Mediawijzer zit deze cliënt met de meeste competenties in niveau 1 & 2.
Client is niet in staat om zelfstandig hulpmiddelen voor communicatie gebruiken, iemand anders moet dit overnemen;
Deze aangevinkt? Je moet nu echt aan de bak. Of er is iemand (een vrijwilliger of familie) nodig die jouw cliënt hierbij gaat helpen. Deze cliënt heeft dit echt nodig. Er is misschien geen computer of mobiel aanwezig. Er is bijvoorbeeld geen geld voor. Jouw cliënt maakt gebruik van de computer in de huiskamer of inloop. Of hij/zij is bijvoorbeeld niet in staat om zelf het geld te beheren dat nodig is voor bellen en internetten. Er zijn niet voldoende vaardigheden om zelf een reguliere mobiel of computer te bedienen. Iets opzoeken via Google is niet mogelijk. Bellen naar instanties geeft veel stress, jij belt eigenlijk altijd. Een afspraak met een instantie loopt altijd via de begeleiding . En mocht hij/zij achter de computer of Ipad belanden, dan zou het wenselijk zijn dat er altijd iemand naast zit om iets aan te wijzen, iets over te nemen of uit te leggen. Een aangepast hulpmiddel zou geen gek idee zijn voor deze cliënt. Er zijn aangepaste mobieltjes, websites en apps die wel geschikt zijn om te gebruiken. Zal het dan wel mogelijk zijn om hier zelfstandig gebruik van te maken?
In het competentiemodel van Mediawijzer zit deze cliënt op de meeste competenties in niveau 0 & 1.
“Mijn cliënten op internet? Ik moet er niet aan denken, we doen er niet aan mee”. Daar begon deze blog mee. Ik denk dat we er ‘niet aan moeten denken’ omdat we bang zijn. Omdat we ons zorgen maken en het liefst onze cliënten willen beschermen tegen alle risico’s in de (digitale) wereld. We zijn niet voor niets gaan ‘zorgen voor de ander’. Maar zoals bij alle thema’s binnen je werk als professional, is het altijd de juiste balans zoeken tussen gepaste afstand en nabijheid. Wanneer grijp je in, wanneer niet? Het siert je dus ergens ook als je internet niet ziet zitten voor je cliënten, maar tegelijkertijd beperk je hem of haar dus ook direct. Er moet geen zorgsyndroom ontstaan als het om internet gaat. Dus zorg wel voor die aansluiting, maar ga samen het gesprek aan over hoe, wie, wat, waar, wanneer en waarom?
Internet voor onze cliënten; het lijkt niet eenvoudig om dit op een prettig werkbare manier voor iedereen op poten te zetten. Er komt veel bij kijken. Toch zijn er al best een aantal organisaties die de stap genomen hebben en momenteel midden in deze veranderingen zitten. En dit gaat natuurlijk niet zonder slag of stoot. Technische storingen, kostenposten, bezorgde familieleden, onzekere begeleiders en managers. Maar laten we vooral in dat hele circus niet vergeten dat het om de cliënten gaat. Terug naar de doelen van het individu en de visie en missie van de organisatie. Wat stond daar ook alweer?
7 april 2014 Sonja Heijkamp – deTweetFabriek
* Het betreft hier een persoonlijk idee en invulling. Ik heb aan het CIZ gevraagd om handvatten bij het beoordelen van deze vraag, maar heb deze niet gekregen. Voor inhoudelijke vragen verwijs ik naar het CIZ of naar de afdeling zorgbemiddeling van uw eigen organisatie. Daarnaast ben ik mij bewust dat cliënten niet in hokjes passen en dat de exacte invulling van zorg en begeleiding niet samen te vatten is met een vinkje meer of minder.
Eindelijk eens duidelijk beschreven wat de rol van begeleider is of hoort te zijn t.a.v. het gebruik van internet door cliënten.
Het bewust worden van je eigen kijk hierop en in hoeverre je dit moet aanpassen gewoonweg omdat je met de tijd mee moet. Maar vooral omdat we de keuzevrijheid van cliënten moeten respecteren.
We willen cliënten toch laten participeren in de maatschappij, daar hoort ook internet bij. Neemt niet weg dat we alles maar moeten toestaan, maar zoals beschreven in de tekst moeten we zoeken naar een passende ‘afstand en nabijheid’.